flag-luxembourg
 

Luxembourg is sinds het jaar 1815 een Groothertogdom, daarvoor wat het in 1354 een Hertogdom, en in 963 een Graafschap. In 1815 was Luxemburg groter.. De provincie in België die Luxembourg heet behoorde vroeger ook bij Luxemburg maar is in 1839 opgesplitst..en behoorde toen dus bij België. En in 1948 trad Luxemburg toe tot de BENELUX. Luxemburg is ondergedeelt uit 3 disctricten: Diekirch, Grevenmacher en Luxemburg. Er zijn 3 officiële talen in Luxemburg Frans, Duits en Luxembourgs (Lëtzebuergesch) Dat Luxembourgs is een taal verwant met het Duitse..dat komt omdat Luxemburg door Duitsland werd overrompeld in beide wereldoorlogen en in de Tweede Wereldoorlog Duitsland Luxemburg bezette.. en daarna kwam ook nog de Volksduitse Beweging aan de macht.
Luxembourg heeft als hoofdstad ook Luxembourg. Die stad is opgebouwd uit meerdere lagen, oudste laag is onderop en daarboven op zie je steeds nieuwere lagen met in de verte de nieuwe hoge flatgebouwen. Het Fort Bock (Casemates) is ook interessant om heen te gaan. Het fort loopt ondergronds in allerlei tunnels en gangen.deels uitgehakt uit de rots en deels met stenen gebouwd. Het centrale deel is ruim, maar voor de verre gangen is het handig om geen aanleg voor claustrofobie te hebben.. Helaas is bovengronds van het Fort niet veel meer van over. Je hebt ook verschillende uitgangen van Fort Bock, dat is ondergedeeld in delen. Bijv. Deel 1 gaat eerst via een smalle wenteltrap afdalen tot het grond niveau, van het dal van de Alzette. Vervolgens ga je iets later weer enkele tientallen meters via een zelfde smalle wenteltrap omhoog lopen naar de uitgang.. Erg avontuurlijk is het allemaal.. Als je daar van houdt! Natuurlijk heb je ook nog Cathedraal de Notre Dame waar de grafkelder is van de familie van het grote hertogrijk. Je hebt nog het "grootste balkon van Europa" en het oorlogsmonument van de Tweede Wereldoorlog. Klik hier voor meer informatie over Luxembourg.

Verkeersregels:
Voorrang
Autobussen en schoolbussen hebben voorrang wanneer ze hun halteplaats verlaten.

Signalisatie
Een oranje knipperlicht in de vorm van een pijl laat toe te rijden in de aangeduide richting. In Luxemburg-Stad kunnen de zones gereserveerd voor rijwielen in het rood geschilderd zijn.
luxemburg_signalisatie_tcm95-21822 Aangeraden snelheid.

Stilstaan en parkeren
Een witte zigzaglijn betekent dat het parkeren verboden is. Aan een bushalte is niet alleen parkeren, maar ook stilstaan verboden. Autocars en vrachtwagens mogen niet op de openbare weg parkeren tussen 22:oo en 6:00. Ontkoppelde aanhangwagens en caravans mogen niet op de openbare weg parkeren.
Een voertuig dat langdurig foutief geparkeerd staat kan vastgezet worden met een wielklem (men moet zich tot het dichtstbijzijnde politiebureau wenden om het voertuig vrij te krijgen). Een voertuig dat op de openbare weg geparkeerd staat mag niet als nachtverblijf gebruikt worden. Uitrusten en zelfs slapen in een voertuig dat op een parking staat, is niettemin toegelaten in het kader van een lang trajekt, om de chauffeur de mogelijkheid te bieden op krachten te komen (vakantiegangers, chauffeurs van zware voertuigen, …) Die toelating is nochtans beperkt tot speciaal uitgeruste parkings  (infrastructuur inzake hygiëne, bewaking)  en die als zodanig zijn gesignaleerd.

Lichten
Het gebruik van de dimlichten is verplicht in de tunnels. Wanneer de zichtbaarheid beperkt is tot minder dan 100 meter ingevolge mist, sneeuwval of felle regen, moeten de dimlichten gebruikt worden, samen met de eventuele mistlichten Achtermistlichten mogen slechts gebruikt worden bij mist met een zichtbaarheid van minder dan 50 meter. Wanneer de zichtbaarheid minder dan 100 meter bedraagt ingevolge mist of sneeuwval, moeten voertuigen die buiten de bebouwde kom stilstaan of parkeren verlicht zijn door middel van de dimlichten of de mistlichten. Bij het naderen van de staart van een file is men verplicht de waarschuwingslichten (gelijktijdig knipperen van alle richtingaanwijzers) te gebruiken om het achteropkomend verkeer te verwittigen.
 

Veiligheidsgordels en kinderzitjes
Een kind van minder dan 11 jaar of kleiner dan 1,50 meter mag vooraan plaatsnemen indien het vervoerd wordt in een kinderzitje dat aan zijn lengte is aangepast. Is het kind groter dan 1,50 meter, dan mag het vooraan plaatsnemen met de gewone veiligheidsgordel. Kinderen die achteraan plaatsnemen moeten, indien er geen kinderzitje voorhanden is, de veiligheidsgordel dragen. Kinderen van minder dan 3 jaar moeten zowel vooraan als achteraan vervoerd worden in een gehomologeerd veiligheidssysteem dat aangepast is aan hun lengte en gewicht. Het is verboden een kind vooraan te vervoeren in een zitje dat met de rug naar het verkeer is gericht indien de plaats uitgerust is met een airbag, tenzij de airbag buiten werking is gesteld. Voor elk kind moet een volledige zitplaats gerekend worden (ongeacht of het de veiligheidsgordel draagt of in een kinderzitje plaatsneemt).

Motorfiets
De passagier van een motorfiets moet minstens 12 jaar oud zijn.

Gevaarsdriehoek
Bij immobilisatie van het voertuig op de rijbaan moet de driehoek geplaatst worden op ongeveer 100 meter achter het voertuig op gewone wegen, en op 200 à 300 meter op autosnelwegen.

Kruisen
Op wegen met een sterke helling moet het dalende voertuig voorrang verlenen aan het klimmende voertuig; zonodig moet het gemakkelijkst te manoeuvreren voertuig achteruit rijden.

Snelheidsbeperkingen
binnen de bebouwde kom :
50 km/u

buiten de bebouwde kom :  '
Personenwagens en kampeerauto's tot 3,5T Personenwagens met aanhangwagen en kampeerauto's van meer dan 3,5T
Op autosnelwegen 130 km/u  (110 bij regenweer)  90 km/u Op andere wegen 90 km/u 75 km/u